Feestelijke heropening van de Wijnne Barends Logistics locatie Eemshaven
Donderdag 21 juni werd de terminal van Wijnne Barends in de Eemshaven heropend. Aanleiding hiervoor is de uitbreiding van het bestaande terrein naar ongeveer 10 hectare, waardoor het bedrijf in staat is om zowel schepen aan de Beatrixhaven als ook aan de Julianahaven te bedienen. De feestelijke opening werd verricht door twee heren van de, in 1966 opgerichte, “Studiegroep Eemsmond”. Een groep locale ondernemers uit het Eemsmondgebied die, in tegenstelling tot vele bestuurders, wél brood zag in de aanleg van de meest noordelijke zeehaven van het land.
Enigzins beduusd waren Dick Woltjer (voormalig directeur-eigenaar van Woltjer Wonen) uit Uithuizermeeden en Chris Bakker (voormalig directeur-eigenaar van Bakker’s Drukkerijen) uit Uithuizen wel, toen ze gevraagd werden door Kees van Wanrooij van Wijnne Barends Logistics om de openingshandeling van de uitgebreide locatie in de Eemshaven te verrichten. Het was immers 45 jaar geleden dat de Eemshaven op 7 juni 1973 werd geopend door koningin Juliana en de meer dan 15 (toen nog alleen) mannen van de “Studiegroep Eemsmond”, al dan niet bewust, hiervoor niet waren uitgenodigd. Terwijl de heren toch vanaf 1966, een half jaar nadat de Staten van Groningen hadden besloten om een Eemshaven te stichten, het nodige hadden gedaan voor de aanleg van de haven. Plaatselijke overheden stimuleerden de groep van ondernemers, die de aanleg van een zeehaven belangrijk vonden voor de ontwikkeling van Noord Groningen. Zij waren hier immers mede afhankelijk van. Bezoeken werden gebracht aan Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam, Provinciale bestuurders en radio en TV stations. Allemaal om ervoor te zorgen dat weerstand tegen de aanleg van een zeehaven beargumenteerd in de kiem werd gesmoord.
Het uiteindelijke resultaat van de vele inspanningen die de Studiegroep Eemsmond heeft verricht om de Eemshaven aan te leggen is nu, vele jaren later, werkelijkheid. Wijnne Barends hoopt met de (her-) openingshandeling, door middel van het onthullen van een levensgroot kunstwerk die de studiegroep uitbeeldt, deze groep de erkenning te geven die ze (postuum) hebben verdiend.